@Jeanmarc.
Ik had deze zinssnede van een tuningsbedrijf (weet de naam, noch de site niet meer) van het wwweb geplukt. In de veronderstelling dat die overeenkomt met de tekst die ik m.b.v. een ex AWGTI-forumlid had gekregen. Het blijkt dus dat die tekst, afwijkt van hetgeen ik in geprinte vorm in mijn dashboardkastje heb liggen. (of er is in de loop van het jaar een wijziging in gekomen). De tekst zou dus van het RDW afkomstig zijn.
Onderstaande tekst is wel van het RDW afkomstig:
6.19.7. Elektrische schakeling
De dagrijlichten worden automatisch ingeschakeld wanneer de inrichting waarmee de motor wordt aangezet en/of afgezet zich in een zodanige stand bevindt dat de motor in werking kan zijn. De dagrijlichten worden automatisch gedoofd wanneer de mistvoorlichten of de koplichten worden ontstoken, behalve wanneer deze laatste worden gebruikt om met korte tussenpozen onderbroken lichtsignalen te geven. Bovendien branden de in punt 5.11 bedoelde lichten niet wanneer de dagrijlichten ingeschakeld zijn. (5.11: De schakelingen van de elektrische installatie moeten zodanig zijn uitgevoerd dat de breedtelichten, achterlichten, de eventuele markeringslichten, de eventuele zijmarkeringslichten, en de achterkentekenplaatverlichting alleen gelijktijdig kunnen worden ontstoken en gedoofd. Deze voorwaarde geldt niet wanneer breedte- en achterlichten, en zijmarkeringslichten in combinatie of samengebouwd met de eerder genoemde lichten, als parkeerlichten worden gebruikt en wanneer zijmarkeringslichten knipperlichten mogen zijn.)
Waarschijnlijk heeft het bedrijf dat een gedeelte op hun site plaatste, bovenstaand gedeelte vereenvoudigd.
En hier de volledige tekst, afkomstige van het RDW (en mijn geprinte hulp bij eventuele staandehouding --- zo heet dat toch
![Lachend :lol:](./images/smilies/icon_lol.gif)
) :
------------------------------------------------------------------------
RDW Klantenservice
Geachte (vanwege privacyredenen verwijderd),
In reactie op uw e-mail, bericht ik u het volgende.
U vraagt informatie over dagrijlichten. Hierop geef ik u graag een antwoord.
Als de verlichting die u wilt gebruiken aan de eisen van dagrijlichten voldoen zou u de verlichting kunnen gebruiken als dagrijlichten.
Eisen van de dagrijlichten zijn:
De bijzondere bepalingen van VN/ECE Reglement nr. 48 voor dagrijlichten luiden:
"6.19. DAGRIJLICHT
6.19.1. Aanwezigheid
Facultatieve
6.19.2. Aantal
Twee.
5.15. Kleur
Wit.
6.19.3. Opstelling
Geen bijzondere bepalingen.
6.19.4. Plaats
6.19.4.1. In de breedte: het punt van het zichtbare vlak in de richting van de referentieas dat het verst is verwijderd van het middenlangsvlak van het voertuig, mag zich niet verder dan 400 mm van het punt van de grootste breedte van het voertuig bevinden. De binnenranden van de zichtbare vlakken in de richting van de referentieas liggen ten minste 600 mm uit elkaar. Deze afstand mag tot 400 mm worden verminderd als de totale breedte van het voertuig minder dan 1300 mm bedraagt.
6.19.4.2. In de hoogte: boven het wegdek, ten minste 250 mm en ten hoogste 1500 mm
6.19.4.3. In de lengte: aan de voorkant van het voertuig. Aan dit voorschrift wordt geacht te zijn voldaan wanneer het direct uitgestraalde of indirect via de achteruitkijkspiegels en/of andere weerkaatsende oppervlakken van het voertuig weerkaatste licht de bestuurder niet hindert.
6.19.5. Geometrische zichtbaarheid
Horizontaal: 20° naar binnen en naar buiten.
Verticaal: 10° naar boven en naar beneden.
6.19.6. Richting
Naar voren.
6.19.7. Elektrische schakeling
De dagrijlichten worden automatisch ingeschakeld wanneer de inrichting waarmee de motor wordt aangezet en/of afgezet zich in een zodanige stand bevindt dat de motor in werking kan zijn. De dagrijlichten worden automatisch gedoofd wanneer de mistvoorlichten of de koplichten worden ontstoken, behalve wanneer deze laatste worden gebruikt om met korte tussenpozen onderbroken lichtsignalen te geven. Bovendien branden de in punt 5.11 bedoelde lichten niet wanneer de dagrijlichten ingeschakeld zijn. (5.11: De schakelingen van de elektrische installatie moeten zodanig zijn uitgevoerd dat de breedtelichten, achterlichten, de eventuele markeringslichten, de eventuele zijmarkeringslichten, en de achterkentekenplaatverlichting alleen gelijktijdig kunnen worden ontstoken en gedoofd. Deze voorwaarde geldt niet wanneer breedte- en achterlichten, en zijmarkeringslichten in combinatie of samengebouwd met de eerder genoemde lichten, als parkeerlichten worden gebruikt en wanneer zijmarkeringslichten knipperlichten mogen zijn.)
6.19.8. Verklikkerlicht
Inschakelverklikkerlicht facultatief.
6.19.9. Andere voorschriften
Geen."
Voldoet uw verlichting aan deze bovenstaande eisen dan kan de mistlamp als dagrijlicht gezien worden.
Voldoet de mistlamp hier niet aan dan mag het niet gebruikt worden als dagrijlicht.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Medewerker Klantenservice RDW